Mispels in de Romeinse tijd

Mispels in de Romeinse tijd
Mispels, botanisch. Bron: sciencephoto

Ik lees een boek over mispels, geschiedenis, teelt, receptuur. Het is dit jaar verschenen: Medlars, growing & cooking van Jane Steward. Erg boeiend boek dat steeds vragen oproept. Hoe zat dat met de mispel in Nederland? Waarom importeerden Britten behalve bloembollen ook zoveel bomen (sier- en vruchtenbomen) uit ons land? Wat is het oudste recept? Op al die vragen zocht ik antwoorden en daarover volgen een aantal blogs. Met een recensie van het boek. Want een boek dat zoveel vragen oproept is natuurlijk sowieso al geweldig leuk. En de recepten lijken ook te deugen. Het begon natuurlijk met de aanschaf van een mispelboompje. Hier in de Franse tuinen wat minder bekend dan in de Nederlandse provincie. Het schatje maakt twee vruchten nu. Leuk voor de foto zullen we maar zeggen.

Ons mispelboompje doet het goed. Hier nog drie vruchten, maar één heeft het opgegeven. 

Ik houd van een chronologische aanpak, maar wil niet helemaal naar de schepping der aarde terug. De mispel is een neofyt, oftewel aan komen waaien, al dan niet met enige menselijke hulp. Hier meer over de vroegste geschiedenis in Nederland en omgeving.

file:///C:/Users/corbe/Downloads/NAHM2010099004002.pdf

Aangezien ik uit de prehistorie geen mispelvondsten ken in Nederland, begon mijn speurtocht bij de Romeinen. Die kenden de mispel, natuurlijk schreef Plinius er over, diverse soorten zijn er. Aan hem wordt in een medicinaal receptenboek uit de 4de eeuw een opmerking toegeschreven over de geneeskrachtige werking van bast en blad bij het bestrijden van zweren en tumoren.

Hoever namen de Romeinen bij de landbouwhervorming de mispel mee de provincie in? Haalde de mispel bijvoorbeeld Limburg? Of Brabant? Ik ging te rade bij Henk van Haaster en de Faceboekgroep Biologisch Archeologisch Platform. Want op basis van archeologische vondsten van mispelpitten kun je wat zeggen. Het stuifmeel lijkt op veel soorten stuifmeel, dus daar heb je weinig aan. Uiteindelijk vond ik een enkele vermelding. Het betreft een opgraving in Alphen aan de Rijn uit de late jaren negentig van de vorige eeuw.

Link: https://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/26436/26436.pdf?sequence=1&fbclid=IwAR3vtcsmgA9DHF9J-qvmCXbdZc8vmv-H_6dPGRG_rqpwg5vp7l6OMpS6vUI

De in de zuidelijke wand van werkput 14 aangesneden waterput heeft enkele bijzondere vondsten opgeleverd: pitten van de vijg (Ficus carica) en van de mispel(Mespilus germanica). De eerstgenoemde wordt regelmatig in kleine aantallen in Romeinse context in Nederland gevonden.158 Waarschijnlijk zijn de pitten afkomstig van in gedroogde vorm uit het Middellandse-Zeegebied aangevoerde vijgen. Mispel was tot nu toe niet bekend uit Romeinse vondstcomplexen in Nederland, maar kwam voor in Britannia.159 De vrucht is door de Romeinen in onze streken geïntroduceerd. De boom groeit goed in dit klimaat. Er bestaat dus geen zekerheid of de pitten afkomstig zijn van lokale of van geïmporteerde vruchten. In het laatste geval moet de mispel gedroogd òf ingemaakt zijn geweest

Echter, de diverse recentere onderzoeken naar Romeinse villa’s in Zuid-Limburg en in de stad Maastricht hebben voor zover mij bekend nog geen ‘Romeinse’ mispels of mispelbomen opgeleverd. Ik houd mij graag aanbevolen voor meer informatie.'

Hoe noordelijk kwamen de mispels voor in Romeinse context? We gaan even buurten in Vlaanderen. We komen terecht in Ruiselede, waar – eveneens in een waterput – pitten gevonden zijn met een datering tussen 450 en 1050. Dat is een vrij ruime tijdsperiode en heeft niet direct een “hé Romeinen, leuk!” gevoel tot gevolg bij mij.  Ruiselede ligt zo’n dertig kilometer ten westen van Gent. Enfin, ook dit is niet direct de mispelboomgaard uit Romeinse tijd.

We trekken de cirkel rond Nederland wat wijder. Duitsland, Engeland, Frankrijk. Valt daar iets over te vinden? Mijn middelen zijn beperkt, ik google wat en kom om te beginnen in Zwitserland terecht, dankzij een artikel van Zaria Gorvett uit 2021. Archeologen groeven daar in 2011 naar het oude Tasgetium (nu Eschenz) aan de oever van de Rijn, vlak voor deze in de Bodensee mondt. Dit stukje land was een gift van Julius Caesar aan een Keltische vorst. Het dorp lag aan een belangrijke handelsroute. Waar mensen wonen wordt gebadderd, gegeten en gescheten en in een beerput vond men onder meer pitten van kersen, pruimen, perziken en walnoten. En 19 opvallend grote zaden, die daar zo’n 2000 jaar geleden terecht kwamen; het bleken mispelpitten. Dat zegt nog niets over hoe die mispels daar terecht kwamen. Tenslotte lag de vicus aan een handelsroute. Hier meer :  https://archaeologie.tg.ch/fundstellen/ausflugsziele/weitere-fundstellen/eschenz-vicus-tasgetium-.html/6040

De monografie die Jane Steward schreef over de mispel. Aangenaam leesvoer. 

Jane Stewart schrijft dat er zeker mispels gegeten zijn in Frankrijk, van de Aveyron tot en met Reims, van de Isère tot Bretagne daterend van de eerste tot en met de derde eeuw. Het noordelijkste zijn de vondsten uit Novy-Chevrières in de Franse Ardennen.  Ook in het Duitse Main-Kinzing zijn de pitten gevonden. De algemene conclusie is dat het hier om meegebrachte vruchten – al dan niet geconserveerd – voor de elite zijn, hoge legerfunctionarissen, lokale bestuurders, maar zeker geen volksvoedsel en zeker geen eigen teelt. Hetzelfde geldt voor Engeland, dat ook gekoloniseerd werd door de Romeinen. Wel de vruchten(pitten), geen bomen.

Wandelstok van mispelhout volgens Baskische traditie, de makila. Bron: wikipedia. 

Had ik al verteld dat mispelbomen dubbeldoelbomen zijn? Zowel het hout als de vruchten zijn geliefd. Het hout was een belangrijke bouwstof. In (Zuid-West-Duitsland en Oostenrijk weten ze het zeker: de Romeinen hebben de mispelboom geïntroduceerd, de monniken van de middeleeuwse kloostertuinen maakten er een succesnummer van. Dat klinkt veelbelovend. Maar de villa’s langs de Moezel met de wijn- en boomgaarden zijn het niet. En over het hout wordt zelden gerept. Toch kenden wij in Nederland de achternaam Mispelstick, of Mispelstok: het hout laat zich bewerken tot fraai versierde wandelstokken, zoals nu nog in Baskenland:  https://alberdimakila.com/en/medlar-tree-wood-basque-walking-stick/Maar vroeger zeker ook in Nederland en Duitsland. Folklore wil dat een versierde mispelstok in optocht meegedragen werd. Zie het artikel boven, van Bert Maes.

Tot zover. Ik heb de indruk dat het aanplanten van mispels ten noorden van de olijfolie/botergrens een kwestie van ‘incidenteel’ is in de Karolingische tijd en ‘hoe kunnen we zonder’ in de middeleeuwse kloostertijd. Waarom? Volgende blog!